Travel Update: mijn reis door Australië

Ik loop een beeetje achter met mijn blog (understatement). Ik hoop dat jullie het leuk vinden om over mijn tijd in Australië te lezen, ook al kan ik jullie bijna weer in real life vertellen hoe het was..

In een nieuw land aankomen is iedere keer weer een aparte ervaring. Het duurt gewoon een paar daagjes tot je helemaal gewend bent. Zo ook bij Australië. Na twee maanden Azië kwam ik in Melbourne aan en dat is toch wel even omschakelen. De stad Melbourne had me wel meteen in haar greep. De stad bezit een perfecte combinatie van cultuur, interessante mensen, hippe buurten en toffe bezienswaardigheden. De drie dagen die ik er was waren dan ook veel te weinig om de stad echt te leren kennen.

De eerste dag in Australië was meteen al super tof. Ik werd opgehaald door twee Australische vrienden, Shane en Sharon, die ik in China heb leren kennen. Met een grote Australische four wheel drive maakten we een road trip over de Great Ocean Road. Een prachtige rit die je zeker niet over mag slaan als je in Australië bent. De weg leidt je langs een prachtige kustlijn en buigt af en toe af waardoor je kilometers lang door de jungle rijdt. We stopten in het kustplaatsje Lorne om lokale fish and chips te proeven, heerlijk! Het is zo ontzettend leuk om mensen die je eerder hebt ontmoet weer op te zoeken! Ik hoop dat de mensen die ik heb leren kennen ook zeker een tussenstop in Nederland zullen maken.

De tweede dag in Melbourne leerde ik Floor kennen. Samen verkenden we de wijken St. Kilda en Fitzroy. Dat laatste bleek heel gevaarlijk, want ik verliet de wijk met veel te dure kleding uit een van de schattige boetieks die de winkelstraat rijk is. ’s Avonds wilden we het nachtleven in duiken, maar dat was een mislukte missie. De dag na Pasen bleek niet zo’n goede avond om uit te gaan, helaas!

Op de derde dag in Melbourne bezocht ik de Melbourne Zoo. Shane en Sharon werken allebei in de dierentuin en ze waren zo enthousiast dat ik het wel een bezoekje waard vond! Ik kreeg de unieke kans om de kangoeroes te voeren en te aaien (die foto hebben jullie vast op mijn insta voorbij zien komen).

Na Melbourne was het tijd om door te reizen naar Canberra, de hoofdstad van Australië. Canberra is een rustige tussenstop aan de verder soms chaotische oostkust. Ik bezocht Canberra om Harry, Ben en David op te zoeken. Ik heb ze leren kennen tijdens mijn reis met de Trans Mongolië Express (je ziet ze ook zeker terug op eerdere foto’s die ik heb gepost). De jongens lieten me alle toffe plekjes van de stad zien. Het tofste in de stad vond ik toch wel de botanische tuinen. Zeker een bezoekje waard als je meer wilt leren over de flora en fauna van Australië. Verder zal ik Canberra vooral onthouden vanwege het lekkere eten, want lekker eten hebben we zeker gedaan! Niks is te gek in Australië: het kan niet groot, vet of zoet genoeg zijn. We gingen bijvoorbeeld naar een café waar je werkelijk alles met chocolade kon bestellen wat er maar bestaat. Een paar kilo zwaarder verliet ik de stad weer om verder te reizen naar Sydney.

In Sydney had ik afgesproken om in hetzelfde hostel als Floor te overnachten. Inmiddels had Floor een ander meisje Laura leren kennen en met zijn drieën gingen we op pad om Sydney te verkennen. Natuurlijk gingen we recht op ons doel af, het Sydney Opera House. Vroeger speelde ik altijd een spelletje op de computer waarin je wereldreizen kon maken en ik ‘reisde’  altijd naar het Sydney Opera Hous, gewoon omdat het precies aan de andere kant van de wereld is. Echt ongelofelijk om het nu gewoon in het echt te zien! Onze missie om het nachtleven te verkennen was eerder mislukt, maar in Sydney hebben we dat driedubbel goedgemaakt! Gewapend met colaflesjes gevuld met Goon (voor de mensen die het niet kennen: smerige wijn uit een pak) gingen we op pad. Het drinken in Australië is zo duur dat je er goed aan doet om van te voren een paar drankjes te drinken. Ik voelde me net weer 15 jaar oud met mijn colaflesje gevuld met wijn.

Vanuit Sydney maakten we met zijn drieën ook een dagtrip naar de Blue Mountains. De Blue Mountains waren voor mij zeker een van de hoogtepunten in Australië. Het is een natuurgebied met indrukwekkende Cliffs, waarvandaan je een prachtig uitzicht hebt over een uitgestrekt bosgebied. In het gebied vind je ook een aantal prachtige watervallen. De Blue Mountains hebben hun naam te danken aan een blauwe waas die over het gebied hangt. De kleur is afkomstig van een bepaalde damp die door de eucalyptusbomen wordt uitgestoten.

Ik had eigenlijk wat weinig tijd in Australië en daarom reisde ik vanuit Sydney meteen door naar Byron Bay. Tussen Sydney en Byron heb je ook nog een aantal stops die de moeite waard zijn, dus dat is voor mij zeker een reden om nog een keer terug te gaan!

Byron Bay is een van mijn favoriete plekjes in Australië. Het dorpje zelf is niet heel bijzonder, maar de relaxte sfeer die er hangt maakt het zeker de moeite waard. Ik verbleef in Arts Factory, een soort lodge midden in de jungle. Je kunt wel stellen dat Arts Factory vrije geesten van over de hele wereld aantrekt. Het was een grote mengelmoes van hippies, kunstenaars en surfers. ’s Avonds kwamen de meest getalenteerde mensen bijeen voor een jamsessie of een open mic night en overdag kon je deelnemen aan allerlei workshops. Ik vond het heel tof! Je kunt niet in Byron Bay verblijven zonder een surfplank aan te raken, dus ik deed een driedaagse surfcursus. Op dag drie lukte het me om op het board te blijven staan, maar mijn surfkunsten waren ver van spectaculair te noemen. Toch heb ik erg genoten van het surfen en ben ik van plan om in Nederland of ergens anders op de wereld de draad weer op te pakken.

Vanuit Byron Bay maakten we ook een dagtrip naar het plaatje NimBin. Wanneer je NimBin binnen rijdt lijkt het net of je teruggevoerd wordt naar de jaren 70. Het hele dorp staat in het teken van Peace, Love en Happiness. De hippiecultuur is springlevend. Het is zeker de moeite waard om een middagje in het dorp door te brengen en de sfeer te ervaren.

Het feesten in Byron Bay is me daarna denk ik iets te veel geworden. Ik voelde me in Nimbin al niet heel goed, maar reisde toch door naar Surfers Paradise. Toen ik daar aan kwam was er niet veel meer van me over dan een hoopje ellende met een backpack. Snel ging ik naar mijn hostel en kroop ik in bed. Van Surfers Paradise heb ik niet veel meer gezien dan mijn bed en de apotheek. Drie dagen later durfde ik het aan om verder te reizen naar Noosa, ook al was ik verre van hersteld. Eenmaal aangekomen besloot ik toch maar even naar de dokter te gaan. Een flinke keelontsteking bleek het probleem (al had ik dat zelf ook al wel kunnen raden). De dokter vertelde me met een cynische en geamuseerde blik dat ik het toch maar even wat rustiger aan moest doen. Ik kreeg een antibioticakuur mee die zo sterk was dat je er een paard mee kon ombrengen. Het hielp gelukkig wel, want twee dagen later was ik weer in staat om mijn surfboard weer op te pakken en wat golven in Noosa mee te pikken.

Na Noosa was ik weer redelijk hersteld en kon ik mijn trip vervolgen naar Fraser Island. Fraser Island is een eiland waarvan de ondergrond alleen uit wit zand bestaat. Desondanks vind je op het eiland jungle en uitgestrekte paradijselijke stranden. Samen met een groep kampeerde ik twee nachten op het eiland. Het weer was niet optimaal op Fraser Island, maar het was toch een onvergetelijke trip. Met een four wheel drive crossten we drie dagen lang het hele eiland over om prachtige plekken te verkennen en natuurlijk deden we ’s avonds een drankje rondom het kampvuur.

Vanwege mijn keelontsteking had ik wat tijd verloren en na Fraser Island moest ik dan ook snel naar Cairns om mijn vlucht naar Nieuw Zeeland te kunnen halen. Ik maakte een korte tussenstop in Townsville om vervolgens door te reizen naar Cairns en daar mijn laatste dagen door te brengen. Cairns is een super toffe stad waar het 365 dagen per jaar super lekker weer is. Helemaal top om daar nog even te verblijven voordat ik naar de Nieuw Zeelandse kou zou vertrekken!

Vanuit Cairns kun je het Great Barrier Reef verkennen. Ik koos ervoor om een dagje te gaan snorkelen. Wat ik daar allemaal zag is ongelofelijk! Van een afstandje zag ik zelfs een schildpad, heel tof! Op mijn laatste dag in Australië maakte ik ook nog een trip naar Port Douglas en Cape Tribulation. Dit is een gebied met een uitgestrekt regenwoud waar je alleen kunt komen door middel van een klein veerpondje. De rivier waar we overheen voeren zat bomvol met krokodillen. Wat een bakbeesten zijn dat, ik heb nog nooit zoiets gezien! Na deze trip was het helaas alweer tijd om Australië te verlaten.

Australië is het enige land waarbij ik het gevoel had dat ik te weinig tijd had om alles te zien. Een tweede reisje naar Australië staat daarom zeker op de planning!

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s